beroerd

bijv.naamw.

Uitspraak:

[bəˈrurt]

heel vervelend en naar - miserabel , schlecht

zich beroerd voelen - sich miserabel fühlen Wat beroerd voor je! - Wie miserabel für dich!

niet te beroerd zijn om (=heus wel bereid zijn om) - nicht abgeneigt sein

© K Dictionaries Ltd.

beroerd

elend ; erbärmlich ; jämmerlich ; kotzübel ; miserabel ; schlecht ; unpäßlich

Bron: interglot




NL: akelig
NL: bedonderd
NL: doodmisselijk
NL: doodziek
NL: ellendig
NL: kotsmisselijk
NL: lamlendig
NL: miserabel
NL: naar
NL: slecht

NL: beroerde vent DE: elender, verfluchter Kerl
NL: beroerde geschiedenis DE: verflixte Geschichte
NL: ik voel me beroerd DE: mir ist schlecht
NL: beroerd slecht DE: verflucht schlecht