Vertaal
Naar andere talen: • beoefenen > ENbeoefenen > ESbeoefenen > FR
Vertalingen beoefenen NL>DE

beoefenen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈufənə(n)]
Verbuigingen:  beoefende (verl.tijd ) heeft beoefend (volt.deelw.)

je regelmatig met iets bezighouden - ausüben , praktizieren
een sport beoefenen - einen Sport ausüben
wetenschap beoefenen - wissenschaftlich tätig sein

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
beoefenen (ww.) ausüben (ww.) ; betreiben (ww.) ; treiben (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `beoefenen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: betrachten
NL: omhelzen
NL: uitoefenen
NL: zitten