Vertalingen benoemen NL>DE
benoemen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈnumə(n)] |
Verbuigingen: | benoemde (verl.tijd ) heeft benoemd (volt.deelw.) |
1) een naam geven -
bezeichnen , machen zu , ernennen alle zinsdelen benoemen - alle Satzteile bezeichnen |
2) een bepaalde officiële functie geven -
machen zu , ernennen iemand tot hoogleraar benoemen - jemanden zum Professor ernennen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
benoemen (ww.) | benennen (ww.) ; einsetzen (ww.) ; einstellen (ww.) ; ernennen (ww.) ; nennen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `benoemen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanstellenNL: bestempelenNL: betitelenNL: bevorderenNL: bombarderenNL: een naam gevenNL: in functie aanstellenNL: installerenNL: noemenNL: vernoemen