Vertaal
Naar andere talen: • belasteren > ENbelasteren > ESbelasteren > FR
Vertalingen belasteren NL>DE
belasteren (ww.) beleidigen (ww.) ; düpieren (ww.) ; klatschen (ww.) ; kränken (ww.) ; lästern (ww.) ; schmähen (ww.) ; tratschen (ww.) ; verletzen (ww.)
belasteren (werkw.) diffamieren ; verleumden
het belasterendas Anschwärzen ; die Anschwärzung ; das Schwarz machen ; das Verpetzen
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `belasteren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bekladden
NL: kwaadspreken
NL: lasteren
NL: roddelen
NL: smaden
NL: zwartmaken