Vertaal
Naar andere talen: • bekoren > ENbekoren > ESbekoren > FR
Vertalingen bekoren NL>DE

bekoren

werkw.
Uitspraak:  [bəˈkorə(n)]
Verbuigingen:  bekoorde (verl.tijd ) heeft bekoord (volt.deelw.)

plezierig of aantrekkelijk vinden - betören , fesseln
Het toneelstuk kan mij niet bekoren. - Das Theaterstück hat mich nicht gefesselt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bekoren (ww.) anlocken (ww.) ; bestechen (ww.) ; bestricken (ww.) ; bezaubern (ww.) ; entzücken (ww.) ; reizen (ww.) ; verführen (ww.) ; verleiten (ww.) ; verlocken (ww.) ; verzaubern (ww.)
bekoren (werkw.) bezaubern ; entzücken ; reizen
het bekorendas Betören
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `bekoren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanlokken
NL: aantrekken
NL: bevallen
NL: charmeren
NL: lokken