Vertalingen bed NL>DE
het bed
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [bɛt] |
Verbuigingen: | bedden (meerv.) |
1) meubel om in te slapen -
Bett (das ~) het bed opmaken - das Bett machen het bed afhalen - das Bett abziehen naar bed gaan - zu Bett gehen iemand naar bed brengen - jemanden ins Bett bringen in bed liggen - im Bett liegen op bed liggen - im Bett liegen |
met iemand naar bed gaan (=seks met iemand hebben) - Sex mit jemandem haben
|
Zijn bedje is gespreid. (=zijn toekomst is verzekerd) - Seine Zukunft ist gesichert.
|
goed zijn in bed (=goed kunnen vrijen) - gut im Bett sein
|
iemand van zijn bed lichten (=iemand 's nachts arresteren) - jemanden aus dem Bett heraus verhaften
|
met iets naar bed gaan en ermee opstaan (=steeds aan iets moeten denken) - etwas haben, was einen Tag und Nacht beschäftigt
|
2) apart stukje in een tuin waar (bloeiende) planten groeien -
Blumenbeet (das ~) een bedje violen - ein Blumenbeet mit Stiefmütterchen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het bed | das Beet ; das Bett ; das Bettgestell ; das Blumenbett |
bed | Bananenbeet ; Bett ; Betten ; Bettung ; Damm ; Erdkamm ; Koje ; Maschinenbett ; Rollschicht |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bed`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beddingNL: bloembedNL: bloemperkNL: legerNL: nestNL: perkNL: spondeUitdrukkingen en gezegdes
NL: naar
bed (gaan)
DE: zu BettNL: uit
bed (springen)
DE: aus dem BettNL: kamer met een
bed, met twee
bedden
DE: Einzelzimmer, Doppelzimmer (das)