Vertaal
Vertalingen beconcurreren NL>DE
beconcurreren (ww.) konkurrieren (ww.) ; wetteifern (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `beconcurreren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: concurreren
NL: wedijveren

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand beconcurreren DE: mit einem im Wettbewerb stehen, sein, mit einem konkurrieren
NL: elkaar gaan beconcurreren DE: miteinander in Wettbewerb treten