Vertaal
Naar andere talen: • bandiet > ENbandiet > ESbandiet > FR
Vertalingen bandiet NL>DE

de bandiet

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [bɑnˈdit]
Verbuigingen:  bandieten (meerv.)

iemand die misdaden pleegt - Bandit (der ~)

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de bandiet (m) der Bandit ; der Bösewicht ; der Frevler ; der Lump ; der Unhold ; der Übeltäter
bandietder Brigant
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `bandiet`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: boef
NL: boosdoener
NL: booswicht
NL: misdadiger
NL: onverlaat
NL: rover
NL: schurk
NL: slechtaard
NL: snoodaard