Vertalingen afwenden NL>DE
afwenden
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑfwɛndə(n)] |
Verbuigingen: | wendde af (verl.tijd ) heeft afgewend (volt.deelw.) |
1) in een andere richting brengen -
abwenden je ogen niet kunnen afwenden van een prikkelende film - die Augen nicht von einem spannenden Film abwenden können de blik afwenden van het heden en vooruitzien - den Blick vom Jetzt lösen und vorausschauen |
2) zorgen dat iets je niet overkomt of iets niet gebeurt -
abwenden een klimaatramp afwenden - eine Klimakatastrophe abwenden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afwenden (ww.) | abwenden (ww.) |
het afwenden | das Abdrehen ; das Wegdrehen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `afwenden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdraaienNL: afkerenNL: afslaanNL: afvegenNL: afwentelenNL: afzwenkenNL: voorkomenNL: wegdraaien