Vertalingen aanloop NL>DE
de aanloop
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈanlop] |
| Verbuigingen: | aanlooplopen (meerv.) |
1) stukje dat je hard rent voor een sprong -
Anlauf (der ~) | een aanloop nemen om over een sloot te springen - einen Anlauf nehmen, um über einen Graben zu springen |
2) wat iets inleidt -
Anlauf (der ~) | de aanloop naar de finale - der Anlauf zum Finale |
3) bezoek -
Besuch (der ~) | op je verjaardag veel aanloop hebben - auf seinem Geburtstag viel Besuch bekommen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de aanloop (m) | der Anlauf ; das Anlaufen ; die Aufwartung ; der Besuch ; die Vorbemerkung ; der Zulauf |
| de aanloop | der Anlauf ; das Aufwärmen |
| aanloop | Anhieb ; Anklingen ; Anlauf ; Anlaufen ; Präambel ; Startlauf ; Startlaufstrecke ; Startstrecke |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `aanloop`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bezoekNL: preludeNL: visite
