Vertalingen aanlopen NL>DE
aanlopen (ww.) | angelaufen kommen (ww.) ; anlaufen (ww.) |
aanlopen (werkw.) | anfahren ; anlaufen ; besuchen |
aanlopen | anfahren ; anlassen ; Anlauf ; Anlaufen ; Anlaufenlassen ; schleifen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `aanlopen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: langskomenNL: langslopenUitdrukkingen en gezegdes
NL: komen
aanlopen
DE: herangelaufen, herbeigelaufen kommenNL: bij iemand
aanlopen
DE: bei einem vorsprechenNL: achter iemand
aanlopen
DE: hinter einem hergehen, (nalopen) einem nachlaufenNL: op iemand
aanlopen
DE: auf einen zugehenNL: (hond) komen
aanlopen
DE: zugelaufen