Vertalingen aanjagen NL>DE
aanjagen (ww.) | animieren (ww.) ; anspornen (ww.) ; einjagen (ww.) ; ermuntern (ww.) ; ermutigen (ww.) ; motivieren (ww.) ; stimulieren (ww.) |
het aanjagen | das Anfeuern ; das Antreiben |
aanjagen | Startvorgang |
Bronnen: interglot; mwb; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `aanjagen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandrijvenNL: aansporenNL: opjuttenNL: porrenNL: voortstuwenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand vrees
aanjagen
DE: einem Furcht einjagenNL: komen
aanjagen
DE: herangesaust, herangeeilt kommen