Vertalingen aanbouw NL>DE
de aanbouw
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈambɑuw] |
| Verbuigingen: | aanbouwen (meerv.) |
1) het bouwen van iets nieuws -
Bau (der ~) | een school in aanbouw - eine im Bau befindliche Schule |
2) nieuw gedeelte aan een bestaand gebouw -
Anbau (der ~) | Dat huis heeft een lelijke aanbouw. - Das Haus hat einen hässlichen Anbau. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de aanbouw (m) | Anbau ; der Anbau ; der Ausbau ; die Erweiterung ; die Vergrößerung ; der Vorbau |
| aanbouw | Anbau ; im Bau ; Kopfbau |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Bouwtermen
Voorbeeldzinnen met `aanbouw`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: uitbouwUitdrukkingen en gezegdes
NL: in
aanbouw zijn
DE: im Bau (begriffen) seinNL: huis in
aanbouw
DE: Neubau (der)