Vertalingen zoet NL>DE
zoet
bijv.naamw.
1) met de smaak van suiker -
süß zoete druiven - süße Trauben Het bier smaakt zoet. - Das Bier schmeckt süß. |
zoet water (=water zonder zout) - Süßwasser
|
2) aangenaam om te horen, ruiken enz. -
süß zoete geuren - süße Düfte |
3) (van kinderen) lief en rustig -
artig , brav Ze was zoet aan het spelen met de blokken. - Sie spielte artig mit den Bauklötzen. |
nog wel een tijdje zoet zijn met (=nog wel een tijdje bezig zijn met) - noch eine Weile mit etwas beschäftigt sein
Ik ben nog wel een tijdje zoet met deze puzzel. - Ich bin wohl noch eine Weile mit diesem Puzzle beschäftigt.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het zoet | süß |
zoet | artig ; brav ; gesüßt ; gezuckert ; sittsam ; süß ; süßlich ; süßschmeckend ; vorbildlich ; lecker ; s 4Z ; schlicht ; süß |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; SEG
Voorbeeldzinnen met `zoet`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangenaamNL: aangenameNL: bevalligNL: braafNL: deugdzaamNL: gesuikerdNL: geurigNL: heerlijkNL: liefNL: liefelijkUitdrukkingen en gezegdes
NL: zoete en stoute kinderen
DE: artige und unartige KinderNL: het
zoet en het zuur
DE: (figuurlijk) Freud und Leid