Vertalingen zoet NL>FR
zoet
bijv.naamw.
1) met de smaak van suiker -
sucré/-ée , doux/douce zoete druiven - des raisins sucrés Het bier smaakt zoet. - La bière a un goût sucré. |
zoet water (=water zonder zout) - de l'eau douce
|
2) aangenaam om te horen, ruiken enz. -
doux/douce , agréable zoete geuren - des parfums doux |
3) (van kinderen) lief en rustig -
sage , gentil/-ille Ze was zoet aan het spelen met de blokken. - Elle jouait sagement avec le jeu de construction. |
nog wel een tijdje zoet zijn met (=nog wel een tijdje bezig zijn met) - être occupé encore un bon bout de temps à
Ik ben nog wel een tijdje zoet met deze puzzel. - Ce puzzle va m'occuper encore un bon bout de temps.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zoet | avec honnêteté ; bien ; doux ; exemplaire ; honnête ; intègre ; sage ; sagement ; sucré ; vertueux ; doux ; sucré |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `zoet`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangenaamNL: aangenameNL: bevalligNL: braafNL: deugdzaamNL: gesuikerdNL: geurigNL: heerlijkNL: liefNL: liefelijk