Vertalingen zitplaats NL>DE
zitplaats
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈzɪtplats] |
Verbuigingen: | zitplaatsen (meerv.) |
plaats waar je kunt zitten, vooral in het openbaar vervoer en theaters en stadions -
Sitzplatz (der ~) Er zijn vijftig zitplaatsen in de bus. - In dem Bus befinden sich fünfzig Sitzplätze. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de zitplaats | der Sessel ; der Sitz ; die Sitzbank ; der Sitzplatz ; der Stuhl |
zitplaats | Hauptniederlassung ; Sitz |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `zitplaats`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bankNL: plaatsNL: zetNL: zetelNL: zitbankUitdrukkingen en gezegdes
NL: auto etc. met 4
zitplaatsen
DE: Viersitzer (der)