Vertalingen zeveren NL>DE
zeveren
werkw.
Uitspraak: | [ˈzevərə(n)] |
Verbuigingen: | zeverde (verl.tijd ) heeft gezeverd (volt.deelw.) |
onzin vertellen -
schwafeln © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zeveren (ww.) | brabbeln (ww.) ; geifern (ww.) ; sabbeln (ww.) ; schnattern (ww.) ; schwafeln (ww.) ; schwatzen (ww.) ; tratschen (ww.) ; trielen (ww.) |
het zeveren | das Sabbern |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zeveren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bazelenNL: kletspraat verkopenNL: kwijlenNL: lullenNL: onzin pratenNL: zeurenNL: zwammenNL: zwetsen