Vertalingen waken NL>DE
waken
werkw.
Uitspraak: | ['wakə(n)] |
Verbuigingen: | waakte (verl.tijd ) heeft gewaakt (volt.deelw.) |
wakker blijven -
wachen Ik heb de hele nacht bij hem gewaakt; tegen de ochtend ijlde hij niet meer. - Ich wachte die ganze Nacht bei ihm; gegen morgen litt er nicht mehr. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
waken (ww.) | auf Streifegehen (ww.) ; beaufsichtigen (ww.) ; bewachen (ww.) ; patrouillieren (ww.) ; streifen (ww.) ; wachen (ww.) ; wachen über (ww.) |
waken (werkw.) | wach sein ; wachen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `waken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: erop toezienNL: opblijvenNL: waken overNL: wakker blijvenUitdrukkingen en gezegdes
NL: waken tegen
DE: auf der Hut sein vor (3)NL: waken voor
DE: sorgen fürNL: een
wakend oog houden op
DE: ein wachsames Auge halten auf (4)