Vertalingen opblijven NL>DE
opblijven
werkw.
| Uitspraak: | [ˈɔblɛivə(n)] |
| Verbuigingen: | bleef op (verl.tijd ) is opgebleven (volt.deelw.) |
's avonds (nog) niet gaan slapen -
aufbleiben | Op oudejaarsavond mogen ook kleine kinderen laat opblijven. - An Silvester dürfen auch kleine Kinder lange aufbleiben. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| opblijven (ww.) | aufbleiben (ww.) ; wach bleiben (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opblijven`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: waken