Vertalingen vloeken NL>DE
vloeken
werkw.
Uitspraak: | ['vlukə(n)] |
Verbuigingen: | vloekte (verl.tijd ) heeft gevloekt (volt.deelw.) |
1) een vloek (1) uitspreken -
fluchen vloeken als een ketter (=erg vloeken) - fluchen wie ein Schneider
|
2) niet bij elkaar passen -
nicht zusammenpassen , sich beißen Die kleuren vloeken. - Die Farben beißen sich. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vloeken (ww.) | fluchen (ww.) ; sich beißen (ww.) |
vloeken (werkw.) | fluchen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `vloeken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: foeterenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand
vloeken
DE: einem fluchen, einen verfluchenNL: (die kleuren)
vloeken met elkaar
DE: schreien gegeneinander