Vertalingen vloeken NL>FR
['vlukə(n)] [vvt: heeft gevloekt]1 een vloek (1) uitspreken - blasphémer - jurer
vloeken als een ketter
(= erg vloeken) - jurer comme un charretier
2 niet bij elkaar passen - jurer
`Die kleuren vloeken.`
Ces tons jurent.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vloeken (ww.) | injurier (ww.) ; jurer (ww.) ; lâcher des jurons (ww.) ; s'emporter (ww.) |
vloeken | jurons |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `vloeken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: foeterenUitdrukkingen en gezegdes
NL: vloeken op
FR: pester contreNL: die kleuren
vloeken
FR: ces couleurs jurent entre elles