Vertalingen uitnodigen NL>DE
uitnodigen
werkw.
Uitspraak: | [ˈœytnodəxə(n)] |
Verbuigingen: | nodigde uit (verl.tijd ) heeft uitgenodigd (volt.deelw.) |
vragen of iemand iets wil doen of je gast wil zijn -
einladen , bitten Ik heb voor de bruiloft al mijn vrienden uitgenodigd. - Zur Hochzeit habe ich all meine Freunde eingeladen. iemand uitnodigen een toespraak te houden - jemanden bitten, eine Rede zu halten |
Het mooie weer nodigde uit tot een dagje aan het strand. (=het mooie weer moedigde aan om een dagje naar het strand te gaan) - Das schöne Wetter lud zu einem Tagesausflug an den Strand ein.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
uitnodigen (ww.) | ansuchen (ww.) ; beantragen (ww.) ; einen Antrag machen (ww.) ; einladen (ww.) ; engagieren (ww.) ; ersuchen (ww.) |
uitnodigen (werkw.) | einladen |
uitnodigen | auffordern |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitnodigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanvragenNL: aanzoekenNL: engagerenNL: inviterenNL: verleidenNL: verzoekenNL: vragenUitdrukkingen en gezegdes
NL: op een feest
uitnodigen
DE: zu. einem Fest einladenNL: (een dame) voor een dans
uitnodigen
DE: zum Tanz auffordern