Vertaal
Vertalingen tegenstribbelen NL>DE
tegenstribbelen (ww.) abwehren (ww.) ; sich sträuben (ww.) ; sich wehren (ww.) ; sich widersetzen (ww.) ; wehren (ww.)
tegenstribbelen (werkw.) mucken ; murren ; sich sträuben
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `tegenstribbelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: protesteren
NL: tegenspartelen
NL: verzetten