Vertalingen toebehoren NL>DE
toebehoren
werkw.
Uitspraak: | [ˈtubəhorə(n)] |
Verbuigingen: | behoorde toe (verl.tijd ) heeft toebehoord (volt.deelw.) |
eigendom zijn van -
gehören Het landhuis behoort toe aan een familie die zelf in de stad woont. - Das Landhaus gehört einer Familie, die selbst in der Stadt wohnt. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
toebehoren (ww.) | gehören (ww.) ; hingehören (ww.) ; zugehören (ww.) |
toebehoren (werkw.) | gehören |
het toebehoren | das Zubehör |
toebehoren | Anbaugeräte ; Armaturen ; Meßgeräte-Zubehor ; Zubehör ; Zusatzgerät ; zutaten |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; cibg.be; Omegawiki.org; A.M.T.S.
Voorbeeldzinnen met `toebehoren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: behorenNL: behorendNL: benodigdhedenNL: horenNL: parafernaliaNL: toevoegselNL: zijn