Vertalingen TIP NL>DE
tip
zelfst.naamw.
1) uiterste puntje van iets -
Spitze (die ~), Zipfel (der ~) | Verbuigingen: | tippen (meerv.) |
| een tipje sigarenas - Zigarettenasche an der Zigarette |
een tipje van de sluier oplichten (=een deel van het geheim onthullen) - einen Zipfel des Schleiers lüften
|
2) korte, handige aanwijzing -
Fingerzeig (der ~), Tipp (der ~) | Verbuigingen: | tips (meerv.) |
| Mag ik je een tip geven? - Darf ich dir einen Tipp geben? |
3) extra geld dat je geeft aan een ober of taxichauffeur -
Trinkgeld (das ~) | Verbuigingen: | tips (meerv.) |
| een tip achterlaten voor het kamermeisje |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de tip (m) | die Anspielung ; der Schimmer ; die Spur ; das Stichwort |
| de tip | der Hinweis ; der Tipp ; das Trinkgeld |
| TIP (Afkorting) | TAP (Afkorting) ; Terminal-Anpassungs-Prozessor ; TIP (Afkorting) |
| tip | Fingerzeig |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `TIP`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanwijzingNL: drinkgeldNL: fooiNL: hoekjeNL: neusNL: piekNL: puntNL: spitsNL: topNL: topje