Vertaal
Naar andere talen: • stortregenen > ENstortregenen > ESstortregenen > FR
Vertalingen stortregenen NL>DE
stortregenen (ww.) in Strömen regnen (ww.) ; schütten (ww.) ; strömen (ww.) ; sturzregnen (ww.)
het stortregenendas Gießen
stortregenen in Strömen gießen ; pissen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `stortregenen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: gieten
NL: plenzen
NL: storten