Vertalingen stok NL>DE
de stok
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [stɔk] |
Verbuigingen: | stokken (meerv.) |
dun en rond stuk hout -
Stock (der ~) wandelstok - Spazierstock met een stok lopen - mit einem Stock laufen een stok met een scherpe punt - ein Stock mit einer scharfen Spitze |
van je stokje gaan (=flauw vallen) - umkippen
|
een stokje voor (iets) steken (=(iets) tegenhouden) - (etwas) einen Riegel vorschieben
|
het aan de stok krijgen met (=ruzie krijgen met (iemand)) - sich in die Haare kriegen
|
een stok achter de deur (=iets dat je dwingt om iets te doen waar je geen zin in hebt) - Druckmittel
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de stok (m) | der Gehstock ; der Krückstock ; der Spazierstock ; der Stab ; die Stange ; der Stock ; der vierfüßiger Gehstock |
stok | Hühnerstange |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `stok`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: batonNL: eind houtNL: staafNL: stafNL: stangUitdrukkingen en gezegdes
NL: een
stok achter de deur
DE: der Knüppel hinter der TürNL: het met iemand aan de
stok hebben
DE: Krach, Streit mit einem haben, sich mit einem herumstreitenNL: het met iemand aan de
stok krijgen
DE: mit einem zusammengeraten, Krach, Streit mit einem bekommenNL: (de kippen zitten) op
stok
DE: auf der StangeNL: met de kippen op
stok (gaan)
DE: mit den Hühnern zu Bett