het sieraad

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈsirat]
Verbuigingen:	sieraadraden (meerv.)

voorwerp dat je als versiering draagt - Schmuck (der ~)

Zij heeft veel sieraden: ringen, kettingen, broches, armbanden en ga zo maar door. - Sie hat viel Schmuck: Ringe, Ketten, Broschen, Armbänder und was nicht noch alles.

© K Dictionaries Ltd.

het sieraad	der Edelstein ; der Edelsteine ; das Geschmeide ; das Juwel ; das Kleinod ; der Schmuck ; der Schmuckstein ; das Schmuckstück ; der Zierat
sieraad	Schmuck

Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.




NL: armband
NL: bijou
NL: decoratie
NL: juweel
NL: ring
NL: sierstuk
NL: tooisel
NL: versiering
NL: versiersel

NL: allerhande sieraden DE: allerhand Schmucksachen
NL: (zij droeg) gouden sieraden DE: goldenen Schmuck