1. MWB
  2. Vertalen
  3. schuif (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • schuif > EN • schuif > ES • schuif > FR
Vertalingen schuif NL>DE

schuif

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [sxœyf]
Verbuigingen:  schuiven (meerv.)

1) ijzeren staaf waarmee je een deur of raam kunt afsluiten - Riegel (der ~)
de schuif op de schuurdeur doen

2) lade in een kast of bureau - Schütte (die ~)
in de onderste schuif links

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de schuifder Riegel ; der Schloß
schuif Ableitungsblech ; Bodenklappe ; Schieber ; Schieberiegel ; Schieberverschluss ; die Schublade ; Schuetze ; Schuetztafel ; Schütz ; Schütze
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; SEG; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `schuif`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: grend
NL: grendel
NL: hoop
NL: knip
NL: schoot
NL: schuifluik
NL: sluitinrichting voor deur of raa
NL: tong
NL: verschuifbare sluiting

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: een schuif geld DE: ein Haufen Geld