1. MWB
  2. Vertalen
  3. schuur (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • schuur > EN • schuur > ES • schuur > FR
Vertalingen schuur NL>DE

schuur

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [sxyr]
Verbuigingen:  schuren (meerv.)

gebouwtje bij je huis om spullen op te bergen - Scheune (die ~), Geräteschuppen (der ~)
je gereedschap in de schuur bewaren - sein Werkzeug im Geräteschuppen aufbewahren
klusjes doen in de schuur - in der Scheune handwerkeln

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de schuurdie Scheune ; der Schuppen
schuur Maschinen-Schuppen ; Scheune ; die Scheune ; Speicher ; Stadel
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary; Bouwtermen


Voorbeeldzinnen met `schuur`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: Boet
NL: bosje
NL: box
NL: kruin
NL: kuif
NL: loods
NL: pluk