Vertalingen ruziën NL>DE
ruziën
werkw.
Uitspraak: | [ˈryzijə(n)] |
Verbuigingen: | ruziede (verl.tijd ) heeft geruzied (volt.deelw.) |
ruzie maken -
sich zanken , sich streiten © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ruziën (ww.) | keifen (ww.) ; schelten (ww.) ; schimpfen (ww.) ; sich streiten (ww.) ; sich zanken (ww.) ; streiten (ww.) ; zanken (ww.) |
Bronnen: interglot; MWB
Voorbeeldzinnen met `ruziën`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kiftenNL: kijvenNL: krakelenNL: twistenUitdrukkingen en gezegdes
NL: zij
ruziën voortdurend
DE: sie zanken sich fortwährend