Vertaal
Naar andere talen: • regeren > ENregeren > ESregeren > FR
Vertalingen regeren NL>DE

regeren

werkw.
Uitspraak:  [rəˈxerə(n)]
Verbuigingen:  regeerde (verl.tijd ) heeft geregeerd (volt.deelw.)

(een staat) besturen - regieren
regeren is vooruitzien - Regieren heißt voraussehen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
regeren (ww.) beherrschen (ww.) ; gebieden (ww.) ; kommandieren (ww.) ; kontrollieren (ww.) ; lenken (ww.) ; steuern (ww.)
regeren (werkw.) regieren
het regerendas regieren
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `regeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: besturen
NL: gezaghebben
NL: heersen
NL: overheersen