reeks

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[reks]
Verbuigingen:	reeksen (meerv.)

aantal dingen in een volgorde bij elkaar - Kette (die ~), Reihe (die ~), Abfolge (die ~)

een hele reeks voorbeelden geven - eine ganze Reihe Beispiele geben

© K Dictionaries Ltd.

de reeks	die Abfolge ; der Zyklus ; die Verkettung ; die Serie ; die Sequenz ; die Reihenfolge ; die Reihe ; die Kette ; die Folge ; die Erkettung ; die Aneinanderreihung
reeks	Folge ; Serienschaltung ; Serien ; Serie ; Reihenwerk ; Reihenschaltung ; Reihenfolge ; Reihen ; Reihe ; Kette

Bronnen: interglot; Antiquarian Dictionary; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aaneenschakeling
NL: aantal
NL: cyclus
NL: keten
NL: opklimming
NL: progressie
NL: rei
NL: reidans
NL: rij
NL: ris

NL: reeks van jaren DE: Reihe von Jahren
NL: een reeks (= serie) artikelen DE: eine Folge von Aufsätzen
NL: meetkundige, opklimmende, dalende reeks DE: geometrische, steigende, fallende Reihe