Vertaal
Naar andere talen: • plus > ENplus > ESplus > FR
Vertalingen plus NL>DE

I plus

de, o
Uitspraak:  [plʏs]
Verbuigingen:  plussen (meerv.)

het teken + - plus
Op de lijst staat een plusje voor de dingen die je moet meebrengen. - Auf der Liste steht ein Plus vor den Dingen, die du mitbringen musst.


II plus

bijwoord
Uitspraak:  [plʏs]

1) <na een getal>
meer dan de waarde van dat getal
- plus
een 6 plus krijgen voor een proefwerk - eine [niederländische] 6 plus für eine Klassenarbeit bekommen
uitdrukking 20+ kaas

2) <voor een getal>
met de waarde van dat getal boven nul
- plus
gemiddelde temperatuur: plus 5 graden - Durchschnittstemperatur: plus 5 Grad


III plus

voegwoord
Uitspraak:  [plʏs]

<tussen getallen>
tel bij elkaar op
- plus
Zeven plus vier is elf. - Sieben plus vier gleich elf.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de plusdas plus
plus obendrauf ; und
PLUS (Afkorting) PLUS (Afkorting)
plus plus
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `plus`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: daarbovenop
NL: en
NL: overschot
NL: pluspunt
NL: plusteken