Vertalingen pilaar NL>DE
de pilaar
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [pɪlˈar] |
Verbuigingen: | pilaarlaren (meerv.) |
stenen zuil waarop een hoger deel van een gebouw rust -
Pfeiler (die ~), Säule (die ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de pilaar (m) | der Pfeiler ; die Säule |
pilaar | Bergefeste ; Pfeiler |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `pilaar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: paalNL: pilaster