Vertaal
Naar andere talen: • park > ENpark > ESpark > FR
Vertalingen park NL>DE

het park

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [pɑrk]
Verbuigingen:  parken (meerv.)

1) openbaar terrein met bomen en paden, waar mensen komen om hun vrije tijd door te brengen - Park (der ~)
in het park wandelen - im Park spazieren gehen

2) <in samenstellingen>
terrein met een bepaalde bestemming
- Park (der ~)
bedrijvenpark - Industriepark
vakantiepark - Ferienpark
windmolenpark - Windpark

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het parkder Park ; die Parkanlage
park Grünanlage ; Park ; öffentliche Anlage
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `park`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: hof
NL: plantsoen