Vertalingen opgewonden NL>DE
opgewonden
bijv.naamw.
Uitspraak: | [ˈɔpxəwɔndə(n)] |
1) rusteloos en geëmotioneerd -
angespannt , aufgeregt De kinderen waren eerst erg opgewonden, maar toen Sinterklaas binnenkwam werden ze ineens heel stil. - Die Kinder waren zuerst sehr aufgeregt, aber als der Nikolaus hereinkam, waren sie auf einmal still. |
2) zin hebbend in seks -
erregt opgewonden worden van ruig borsthaar - von rauhen Brusthaaren erregt werden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
opgewonden | feurig ; sexuell gereizt sein ; lüstern ; inbrünstig ; hitzig ; hingebungsvoll ; heiß ; glühend ; gereizt ; geil ; erregt ; erregend ; entzückt ; enthusiastisch ; eifrig ; begeistert ; aufgregend ; aufgeregt ; echauffiert |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opgewonden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: driftigNL: geagiteerdNL: geestdriftigNL: geilNL: heetNL: hitsigNL: koortsachtigNL: opgedraaidNL: seksueel opgewondeNL: uitgelaten