Vertalingen opzwepen NL>DE
opzwepen (ww.) | antreiben (ww.) ; aufjagen (ww.) ; aufpeitschen (ww.) ; aufreizen (ww.) ; hetzen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opzwepen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanmoedigenNL: aanzettenNL: opdrijven