opwarmen

Vertalingen opwarmen NL>DE

werkw.

Uitspraak:	[ˈɔpwɑrmə(n)]
Verbuigingen:	warmde op (verl.tijd ) heeft opgewarmd (volt.deelw.)

opnieuw warm maken - erhitzen , aufwärmen

het restje eten nog even opwarmen in de magnetron - den Essensrest noch eben in der Mikrowelle aufwärmen

Overige bronnen

opwarmen (ww.)	aufbraten (ww.) ; aufkochen (ww.) ; erhitzen (ww.) ; feuern (ww.) ; heizen (ww.)
het opwarmen	das Warmlaufen
opwarmen	antempern ; aufwärmen ; erwärmen ; heiß werden ; tempern

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Horecagids; Diving dictionary

Voorbeeldzinnen met `opwarmen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: eten opwarmen
NL: verhitten
NL: verwarmen
NL: warming-up
NL: warmlopen

Uitdrukkingen en gezegdes

NL: (iemand voor iets) opwarmen DE: begeistern

Ook in de database