Vertalingen ontbering NL>DE
de ontbering
zelfst.naamw. (v.)
| Uitspraak: | [ɔntˈberɪŋ] |
| Verbuigingen: | ontberingen (meerv.) |
gebrek aan wat je nodig hebt -
Verlust (der ~), Entbehrung (die ~) | omkomen door ziekte en ontbering - durch Krankheit und Entbehrung umkommen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de ontbering (v) | die Entbehrung ; die Hilfsbedürftigkeit |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ontbering`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: armoedeNL: beproevingNL: ellendeNL: gebrekNL: nooddruftNL: verlies