Vertaal
Naar andere talen: • omkleden > ENomkleden > ESomkleden > FR
Vertalingen omkleden NL>DE
omkleden (ww.) hüllen (ww.) ; umkleiden (ww.) ; umziehen (ww.) ; verkleiden (ww.)
omkleden (werkw.) umkleiden
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `omkleden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bekleden
NL: inkleden
NL: verkleden

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: met redenen omkléden DE: begründen, motivieren, mit Gründen versehen