Vertalingen neef NL>DE
de neef
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [nef] |
Verbuigingen: | neven (meerv.) |
1) zoon van een broer of zus van vader of moeder -
Cousin/-e (die/der ~) aangetrouwde neef (=echtgenoot van een nicht, geen bloedverwant) - angeheirateter Cousin
|
2) zoon van broer of zus -
Neffe (der ~), Nichte (die ~) Alle neefjes en nichtjes waren bij oma op bezoek. - Alle Neffen und Nichten waren bei Oma zu Besuch. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de neef (m) | der Cousin ; der Neffe ; der Vetter |
de neef | der Cousin ; der Vetter |
neef | die Base ; Cousin ; die Cousine ; die Kusine ; Neffe ; Vetter |
Bronnen: Wiktionary; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `neef`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kozijnNL: Zoon van broer of zusNL: Zoon van oom of tante