Vertalingen morgen NL>DE
I de morgen
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈmɔrxə(n)] |
Verbuigingen: | morgens (meerv.) |
deel van de dag tussen nacht en middag -
Morgen (der ~) vroeg in de morgen - früh am Morgen |
II morgen
bijwoord
dag na vandaag -
morgen Dat doen we morgen wel. - Das tun wir wohl morgen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de morgen (m) | morgen ; der Morgen |
morgen | Morgen |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `morgen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanvangNL: binnenkortNL: dageraadNL: ochtendUitdrukkingen en gezegdes
NL: de
morgen
DE: der Morgen (ook landmaat)NL: goede
morgen
DE: guten MorgenNL: 's
morgens
DE: morgens, am MorgenNL: 's
morgens vroeg
DE: frühmorgens, morgens früh, am frühen MorgenNL: van
morgen
DE: heute (der)NL: van
morgen vroeg
DE: heute frühNL: morgen brengen!
DE: ja Kuchen!NL: de dag van
morgen
DE: der morgige Tag