Vertalingen morgen NL>ES
I de morgen
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈmɔrxə(n)] |
Verbuigingen: | morgens (meerv.) |
deel van de dag tussen nacht en middag -
mañana (la ~) vroeg in de morgen - por la mañana temprano |
II morgen
bijwoord
dag na vandaag -
mañana Dat doen we morgen wel. - Eso lo haremos mañana. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de morgen (m) | la madrugada (v) ; la mañana (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `morgen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanvangNL: binnenkortNL: dageraadNL: ochtend