Vertalingen luidspreker NL>DE
de luidspreker
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | ['lœytsprekər] |
| Verbuigingen: | luidsprekers (meerv.) |
doos waar elektrisch versterkt geluid uit komt -
Lautsprecher (der ~) | Heb je de luidsprekers wel aangesloten? Ik hoor niks. - Hast du die Lautsprecher wohl angeschlossen? Ich höre nichts. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de luidspreker (m) | die Flüstertüte ; der Lautsprecher ; das Megaphon |
| luidspreker | Lautsprecher |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `luidspreker`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boxNL: megafoon
