Vertalingen levensgezel NL>DE
de levensgezel (m) | der Ehepartner ; der Gatte ; der Gemahl ; der Mann ; der Partner |
de levensgezel | der Lebensgefährte |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `levensgezel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: echtgenootNL: eegaNL: levenspartnerNL: manNL: partner