langzaam

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈlɑŋzam]

als iets of iemand niet snel gaat - langsam , schwerfällig , schleichend

een langzame leerling - ein langsamer Schüler een langzaam proces - ein schleichender Prozess langzaam rijden - langsam fahren

© K Dictionaries Ltd.

langzaam

langsam ; langsam ; schleppend ; schwerfällig ; träge ; trödelig ; unentschlossen ; unschlüssig ; zauderhaft ; zögernd ; geringe Geschwindigkeit ; langsam ; langsamer ! ; mit geringem Datenfluß ; mit niedrigem Datenfluß

Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary




NL: aarzelend
NL: besluitloos
NL: dralend
NL: geleidelijk
NL: leuterig
NL: lijzig
NL: slepend
NL: sloom
NL: sluipend
NL: talmend

NL: langzaam van begrip DE: langsam, schwer von Begriff
NL: langzaam aan (werd het donker) DE: allmählich
NL: maar langzaam aan! DE: immer langsam voran!