Vertaal
Naar andere talen: • lijzig > ENlijzig > ESlijzig > FR
Vertalingen lijzig NL>DE
lijzig müde ; trödelig ; träge ; teilnahmslos ; schwül ; schwerfällig ; schleppend ; schlapp ; nachlässig ; arbeitsscheu ; matt ; lässig ; lustlos ; langsam ; freudlos ; flau ; faul ; denkfaul
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `lijzig`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: langzaam
NL: log
NL: loom
NL: saai
NL: traag

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: lijzig praten DE: in schleppendem Tone, gedehnt sprechen