Vertaal
Naar andere talen: • leuteren > ENleuteren > ESleuteren > FR
Vertalingen leuteren NL>DE

leuteren

werkw.
Uitspraak:  [ˈløtərə(n)]
Verbuigingen:  leuterde (verl.tijd ) heeft geleuterd (volt.deelw.)

over onbelangrijke dingen praten - faseln
Zit toch niet zo te leuteren. - Fasel doch nicht so herum.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
leuteren (ww.) faseln (ww.) ; quatschen (ww.) ; schwafeln (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `leuteren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: kletsen