Vertalingen lam NL>DE
I het lam
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [lɑm] |
Verbuigingen: | lammeren (meerv.) |
jong schaap -
Lamm (das ~) dartele lammetjes in de wei - herumspringende Lämmer auf der Weide |
II lam
bijv.naamw.
1) als je (een arm of been) niet meer kunt bewegen -
lahm , gelähmt 2) (van een schroef) als die niet meer vastgedraaid kan worden -
überdreht sein Dit boutje is lam gedraaid. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
lam (znw.) | das Lämmchen |
het lam | abgenutzt ; träge ; das Lammfleisch ; das Lamm ; lahm ; gelähmt ; faul ; dollgedreht |
lam | verstümmelt ; verkrüppelt ; träge ; lahm ; hinkend ; gelähmt ; Lamm ; Milchlamm |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `lam`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedonderdNL: dronkenNL: energieloosNL: futloosNL: kreupelNL: lammetjeNL: mankNL: stuk gedraaidNL: verlamdUitdrukkingen en gezegdes
NL: lamme hand
DE: lahme HandNL: (hij is)
lam
DE: (verlamd) gelähmtNL: lamme boel
DE: dumme, fatale, elende, mißliche GeschichteNL: lamme vent
DE: elender, miserabeler, jämmerlicher KerlNL: (z.)
lam (werken)
DE: halbtotNL: als
lam geslagen van (schrik)
DE: wie gelähmt vor